Nieuws

Exclusief! Broer Marius Meremans klapt uit de biecht: “Onze Marouane is de trappers kwijt!”

“We zijn er allemaal het hart van in!” verzucht Maruf Meremans, broer van Marius (N-VA). “De misogynie, eigenwaan, ignorantie en het mccarthyisme welke onze Marouane deze week op de nationale tv etaleerde (‘De afspraak’ op Canvas, donderdag ll.; n.v.d.r.) vervult onze harten niet alleen met koleire, maar ook met droefheid en zelfs bekommernis. Onze Marouane haalt wel vaker malle fratsen uit, maar nu is hij duidelijk de trappers volledig kwijt. We vermoeden dat een identiteitscrisis door een onverwerkt jeugdtrauma aan de basis moet liggen. Dat het de dag na de uitzending op de sociale media ook gonsde van de vraag ‘Who the f*ck is die Meremans?’ vinden we ook een beetje sneu voor hem.”

“Je kan onze Marouane zijn gênant gedrag niet kaderen zonder onze familiale achtergrond wat te kennen. Er stroomt namelijk gemengd bloed door onze aderen: Belgisch langs vaderszijde en Marokkaans langs moederskant. In feite zijn wij Vlamingen, maar geboren in het lichaam van Marokkanen. Je ziet dat, natuurlijk. Door onze Berberse genen zijn we bijvoorbeeld gezegend met een heuse krullenbol. Ikzelf heb dat altijd geweldig gevonden, maar onze Marouane is daar als kind op school en in de jeugdbeweging vaak mee gepest. Zijn bijnaam luidde ‘stratier frisé’. Die arme drommel heeft dat nooit kunnen verkroppen. Hij heeft aan den lijve ondervonden welke gruwelijke littekens pesterij en framing in je hart kunnen kerven. Het heeft van hem een onzekere, introverte en eerder teruggetrokken jongen gemaakt.”

“Het is als semi-allochtoon niet eenvoudig om door Vlamingen aanvaard te worden. Aanvankelijk benaderen ze je erg wantrouwig. Ze verwachten dat je feiten, namen en weetjes uit hun cultuur kan afdreunen, maar ze kennen er zelf ook geen jota van. De ironie! Maar… eens ze je persoonlijk leren kennen en waarderen gaan de deuren voor je open. ‘Van die andere moet ik niet weten, maar gij… gij zijt ne goeien’, zeggen ze dan. Je moet dat weten. Je moet dat tijd geven. Maar onze Marouane wilde dat per se forceren. Ken je dat? Zijn naam vernederlandsen, bijvoorbeeld. Op een gegeven moment wou hij niet langer ‘Marouane’ genoemd worden, maar wel ‘Marius’. Beide namen hebben een vergelijkbare betekenis: ‘vriend van de zee’. En aangezien Vlaanderen etymologisch ‘vloed, stroom’ wil zeggen, vond hij dat vast een mooie link met zijn halfbloed- en bodemtheorie. Alleen, werkelijk niémand in Vlaanderen heet Marius, dus dat was een flinke inschattingsfout. Blijkbaar benadrukt de ‘-ius’ in ‘Marius’ toch nog meer zijn mannelijkheid en een soortement idolatrie voor Romeinse tucht, orde en radicale vaderlandsliefde. Wellicht wil hij zijn circumcisie overcompenseren of zoiets? ‘Marouane’ klinkt toch veel aimabeler? Knuffelbaarder? Maar bon, minzaam zijn is dus duidelijk niet zijn streefdoel”, concludeert Maruf. “Als rabiate Vlaming is hij opvallend vaak gebelgd. Sneu.”

“Rond zijn tiende heeft onze Marouane een ‘hernia umbilicalis’ – zoals hij het zelf steeds noemt – opgelopen. Een navelbreuk, dus. Ernstig was dat helemaal niet. Maar de behandelende arts opperde wel dat er een kijkoperatie zou volgen. Finaal bleek dat niet aan de orde, maar onze Marouane heeft het concept ‘kijkoperatie’ volledig verkeerd begrepen en er een ferme schrik van gepakt. Hij dacht dus dat die navelbreuk enkel zou herstellen door er de hele tijd naar te kijken. Vanaf dat moment is onze Marouane als een gek naar zijn navel beginnen te staren en hij is er nooit meer mee gestopt. Tot de dag van vandaag is fanatiek navelstaren zijn dogmatische levenshouding. Niet alleen fysiek, maar ook filosofisch, ethisch en politiek.”

“Daar komt dan nog eens bij dat onze Marouane zich steeds heeft gespiegeld aan ongrijpbare rolmodellen. Hij heeft altijd een beate bewondering gehad voor Marokkaanse Belgen als Zohra, Sidi Larbi Cherkaoui, Adil en Bilall, Nahima Lanjri, Marouane Fellaini, Nacer Chadli, Jamal Ben Saddik, enzovoort. Je ziet het al, allemaal stuk voor stuk overgetalenteerde mensen. Hij heeft de lat daardoor veel te hoog gelegd voor zichzelf. Zo’n druk houdt niemand vol. Persoonlijkheden imploderen daardoor. En de onzekere eerst.”

“Nu niet dat ik de verdediging van onze Marouane op mijn schouders wil nemen, maar zijn taalachterstand pleit uiteraard ook niet in zijn voordeel. In principe zijn we tweetalig opgevoed, maar doordat onze vader vaak uithuizig was hebben we vooral Franse input gekregen. Een enorm voordeel in een tweetalig land, als je het mij vraagt. Helaas heeft mijn broer die talige opvoeding minder goed verteerd, met een forse kromtaal als gevolg. In de familie zeggen we soms al lachend dat hij geen A.N. beheerst, maar A.M.: ‘Algemeen Meremans’. Dat is zijn eigenste variant van de omgangstaal. Geen enkele Nederlandstalige met respect voor zijn moedertaal wringt immers dit soort van constructies uit zijn strot: ‘Uw dienaar kort in De Standaard (…) Gezien de verandering in klimaat is waterbeheer in Vlaanderen cruciaal (…) De expertise van de polderbesturen mogen we evenwel niet verliezen(…)’. Maar bon, hij kan niet beter. Hij doet écht wel zijn best”, verzekert Maruf.

“De keerzijde van die talige onzekerheid is dat hij steeds in een kramp schiet wanneer hij geconfronteerd wordt met mensen die met het Nederlands jongleren. Taalgoochelaars als Phara de Aguirre of zelfs José De Cauwer – die linguïstisch zo spits, creatief en inventief is dat hij de neologismen uit zijn mouw schudt waar je bij staat én die pas echt weet uit welk hout Flandriens gesneden zijn – bewondert hij oprecht. Alleen krijgt hij dat door zijn taaltwijfel niet over zijn lippen. Hij neemt dan steeds een afgunstige en wat hautaine houding aan, maar zoals je ondertussen weet is dat ook een gevolg van die overcompensatiedrang. Op dat punt heeft hij zijn tienjarige ik nooit kunnen overstijgen.”

Nawoord van de hoofdredactie: Wanneer we Marouane Meremans zakelijk opbellen voor een reactie op zijn handelingen en de beweringen van zijn broer, klinkt het laconiek aan de andere kant van de lijn: “Nee, ik dacht het niet. Misschien in het vervolg eens lief bellen of lief vragen!” Onze redactrice, nochtans niet gespeend van enig gevoel voor ongein, stond voor het eerst in haar rijke journalistieke carrière met haar mond vol tanden. Een primeur!

Steffie Van Overstraeten

Epigrafe, grafologe en verwoed scrabbelaarster.

Gerelateerde artikels

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button